Wat is de ideale temperatuur #1: dag- en nacht

Cannabisplanten houden van een aangenaam klimaat. Het is daarom erg belangrijk om bij het kweken van cannabis de juiste omstandigheden te creëren. Temperatuur is hierin een cruciale factor. Je plant gedijt het best bij een warmere temperatuur en kan vaak niet goed tegen kou. Het is namelijk zo dat bij koude temperaturen de plant weinig water verdampt, waardoor de groei en bloei stagneert. Tevens is er een hogere kans op schimmels in je kweektent. Dat moet je natuurlijk niet willen. Daarom vertellen we je in deze reeks de ideale temperaturen!

Dag- en nachttemperatuur

Allereerst onderscheiden we twee ‘soorten’ temperaturen. De dagtemperatuur met de lamp aan en de nachttemperatuur met de lamp uit. We kijken dus echt naar wanneer het licht in je kweektent aan staat. Dat noemen we ‘dag’. Wanneer het volledig donker is in je kweektent, spreken we van de nachttemperatuur.

In een kweek met een HPS lichtbron wil je idealiter een temperatuur tussen de 21 en de 25 graden Celsius, met een luchtvochtigheid tussen de 40 en 60%. Dit meet je altijd in het bladerdek, in de schaduw. Daarbij is het belangrijk dat de dagtemperatuur hoger is als de nachttemperatuur, met een paar graden verschil. In een kweek met een kwalitatieve LED lichtbron mag de temperatuur in je tent iets hoger zijn, namelijk tussen de 23 en 28 graden. Daarnaast ook een hogere luchtvochtigheid, tussen de 45 en 60%. De reden voor dit verschil tussen HPS en LED heeft met warmte te maken.

Kweektip: verlaag de luchtvochtigheid in de laatste drie weken van de bloeifase zoveel mogelijk naar 40%, ongeacht welke lichtbron je gebruikt. Toprot, een schimmelsoort die de wiettop aanvalt en verorbert, houdt van een hogere luchtvochtigheid. Daarbij is je wietplant is in de laatste paar weken van haar leven erg vatbaar voor schimmels.

Plant- en ruimtetemperatuur

Om je het eerder genoemde verschil tussen HPS en LED nog beter te laten begrijpen, noemen we nu naast de dag- en nachttemperatuur twee andere temperatuuraanduidingen. Zo kennen we ook nog de plant-temperatuur en de ruimte-temperatuur. Bij de eerste gaat het om hoe warm de plant zelf is. Dat meet je met een laserthermometer. Daarnaast wil je weten hoe warm de lucht rondom de plant is. De ruimtetemperatuur kun je meten met een thermo- / hygrometer. Dit apparaat hang je altijd in de schaduw én in het bladerdek. Dat is immers de plaats die relevant is: je wilt de temperatuur rondom de bladeren weten. In het blad zitten namelijk tallozen stomata’s. Deze minuscule huidmondjes zorgen onder andere voor de verdamping van water en daardoor de opname van water. Daarbij functioneren ze het best in tussen bepaalde temperaturen in combinatie met een bepaalde luchtvochtigheid. Dat is het streven als het gaat om de temperatuur in de kweektent, zorgen dat de stomata’s zo effectief mogelijk verdampen!